Omdenken is een goed voorbeeld van herkaderen. Eigenlijk is het gewoon herkaderen en deed NLP dit al in de jaren ‘70. Er zijn heel veel leuke boeken geschreven over omdenken met veel voorbeelden daarin. Mocht je meer willen lezen daarover zijn zij wel een aanrader.
Herkaderen in metaforen
Metaforen gebruiken is een manier om te herkaderen. Een goede metafoor kan een overtuiging veranderen. Metaforen kunnen ook gebruikt worden om de inhoud of context van een overtuiging te veranderen. Metaforen gebruiken is een vorm van indirecte communicatie. Er worden verhalen of beeldspraak gebruikt in een verhulde vergelijking met een situatie uit een leven. Zo worden prinsessen verliefd op prinsessen, zijn oude klokken het meest betrouwbaar en verliest de egel zijn stekels. Metaforen zijn een krachtige brug tussen ons bewuste en onbewuste denken.
Storytelling is een toepassing waarbij metaforen veel worden gebruikt. Een ingekapselde boodschap verpakt in een prachtig verhaal waar mensen hun eigen betekenis aan geven. Ze ‘verlammen’ als het ware het kritische denken waardoor dat omzeild wordt. Zo kunnen metaforen direct het onderbewuste binnendringen waardoor de waarnemingsfilters weinig kans krijgen. Stel dat we een probleemsituatie metaforisch vertellen, dan dissocieert ons dat van de betekenis van dat probleem.
Metaforen kunnen worden gebruikt om overtuigingen te veranderen en inzichten te verkrijgen. Vaak wanneer taboeonderwerpen worden besproken, gebeurt dat metaforisch. De eerste die tegen ons zegt ‘een vriend van mij wilde weten of….’ en dat die vriend daadwerkelijk echt bestaat, krijgt een taart.
Een goede metafoor is zo ongeveer het krachtigste middel voor verandering en beïnvloeding. Het neemt mensen mee op reis. Zeker als je communiceert in verschillende overlappende representatiesystemen.
Er zijn verschillende soorten metaforen te onderscheiden, waarbij de een wat technischer is dan de andere metafoor.
Directe metafoor: Twee verschillende situaties in dezelfde context en met hetzelfde onderwerp. ‘Ik had dat ook een keer toen ik ook een winterjas kocht…’.
Indirecte metafoor: Twee verschillende situaties in een andere context met hetzelfde onderwerp. ‘Ik ben geen sporter, maar ik ken wel het gevoel van een wedstrijd winnen. Ik was 12 toen ik…’.
Gelaagde metafoor: Twee verschillende situaties in een andere context met een ander onderwerp waarbij slechts de relationele aspecten hetzelfde blijven.‘Ik heb ook een zus. Zij deed dan wel niet X maar ze was wel heel erg Y’.
Isometrische metafoor: Twee verschillende situaties in een andere context met een ander onderwerp met een zelfde structuur en een gewenste afloop.
Complexe metafoor: Metaforen die multilevel communicatie in zich hebben en die transformationeel zijn.