Blog van Kevin
Blog van Kevin
Wij hebben in ons leven op elk moment een ervaring. Nu. En nu. En nu. En nu weer. Via onze zintuigen nemen we die ervaringen waar. Wij weten dat jij je nu kunt herinneren dat dit te maken heeft met de modaliteiten. Visueel, auditief, kinesthetisch, olfactorisch en gustatief. VAKOG.
Deze ervaring nemen we waar en wordt gecodeerd opgeslagen in wat wij noemen de dieptestructuur. Maar niet voordat er iets gedaan wordt met die informatie. Als we alles zouden opslaan wat we ervaren dan lopen we vast. Daarom heeft ons brein filters in zich. We laten heel veel van wat we waarnemen weg. Alles wat het brein al denkt te kennen, generaliseert het. En als het dan niet past in ons overtuigingssysteem vervormt het de waarneming zo dat het wel past.
Dus we hebben ervaringen, die worden gefilterd en opgeslagen in de dieptestructuur. Het mooie is echter dat het niet zo is dat we er nu al zijn. Want, om vervolgens informatie op te halen uit jouw brein – herinneren – moet de informatie vanuit de dieptestructuur naar de oppervlaktestructuur worden gehaald. En, je raadt het al, het moet dan opnieuw langs de filters in je brein. Je kunt je dus wel voorstellen dat de waarneming van de ervaring een eerste keer gefilterd is, opgeslagen, opgehaald, een tweede keer gefilterd is en dus heel veel informatie mist. Laat staan dat er al over gecommuniceerd is.
Een van de eerste conclusies van de studies van Bandler en Grinder was, dat het gebruik van taal op een fundamentele wijze gekoppeld is aan onze interne staat. Niet verwonderlijk dat hun eerste boek inzicht verschaft over de wonderbaarlijke wederzijdse relatie van de interne staat en de invloed van taal: “De structuur van magie”.
In dit boek tonen Bandler en Grinder aan waarom en hoe taalgebruik zich bedient van meerdere niveaus van informatie: een oppervlakte- en een dieptestructuur. Hun “Meta-model” van de taal helpt de dieptestructuur te ontdekken, die verscholen ligt onder de oppervlaktestructuur. De dieptestructuur geeft de ware onverbloemde inhoud weer van de ervaring die meestal via aanpassingen wordt vervormd tot de structuur, die aan de oppervlakte naar buiten komt via onze communicatie. Met deze processen vormt de mens zich een model van de wereld, dat daarom altijd subjectief is.
Het Meta-model is een model met taalpatronen in zich. Soms worden deze patronen wel eens uitgelegd als overtredingen. Bijvoorbeeld als je altijd te laat bent. ‘Altijd’ is zo’n taalpatroon. Het is natuurlijk nooit fout om dit te gebruiken en het is al zeker geen overtreding. De NLPolitie heeft wel wat beters te doen. Het is ook geen wapen of ondervragings-tool. ‘Jij zei altijd, dat kan niet, leg uit’.
Nee, het Meta-model heeft te maken met interne staten, overtuigingen, waarden en strategieën. Het leert je hele goede vragen stellen. Waarom zou ik dat moeten leren? Goeie vraag!
Het Meta-model is er om goede vragen te stellen, om informatie te verkrijgen, meer opties te creëren voor de ander en om richting te geven. Vooral dat laatste leer je in onze NLP Master Practitioner. Als NLP Practitioner, Master of Coach is het onze taak om concreet te worden en zijn. Laten we eens kijken. Heb jij zin om vanavond plezier te maken? Laten we er vanuit gaan dat jouw antwoord ja is.
‘Mooi, dan gaan we eerst de viskratten lekker schoonspoelen en daarna heerlijk garnalen stamppot maken met spruitjes, dat is echt mijn lievelings. O ja en we gaan slangen villen. Daar kijk ik echt naar uit’.
Hier zie je het verschil tussen de oppervlakte- en dieptestructuur. Plezier allebei ja, precies plezier een ja en een nee (waarschijnlijk dan).
Als we beseffen dat alle informatie in het brein dus op zijn minst twee keer gefilterd is, hebben we dus een manier nodig om die informatie te herstellen. Het is de kunst van het stellen van hele goede vragen. Het is de kunst van het gebruik van het Meta-model. Dit model geeft ons het gereedschap om dit mogelijk te maken. Kun je je voorstellen hoe makkelijker alles dan wordt?
Waarnemingsfilters zijn goed. Weglatingen zijn fantastisch om niet overprikkeld te raken, vervormingen briljant voor creativiteit en generalisaties super bruikbaar om nieuwe dingen te leren. Onthoud: wanneer mensen deze patronen gebruiken in communicatie zijn zij niet in overtreding. Ze gebruiken dan een patroon wat vaker dan de ander. Daar kun je later met NLP eenvoudig mee werken. De kunst van het stellen van kwalitatief goede vragen.
Het Meta-model kan gebruikt worden om de dieptestructuur van de gesprekspartner te herstellen, zodat er een meer completer beeld ontstaat van de interne representatie. De volgende stap is het uitdagen van die dieptestructuur zodat deze verrijkt kan worden. Er zijn vele keuzes op dit moment. Het basisprincipe is dat mensen uiteindelijk pijn ervaren. Niet omdat de wereld vol pijn is, maar doordat hun representatie van die wereld te sober is om geen pijn te ervaren. Dus uiteindelijk is het onze taak om het wereldbeeld van iemand te verrijken zodat er meer uitgebreide keuzes mogelijk zijn. Met andere woorden gezegd: als de ‘cliënt’ pijn ervaart en vergeten is dat de wereld niet zoals de interne representatie is, gebruiken we het Meta-model uit NLP. Het gevolg hiervan kan zijn dat de interne representatie van de ander verandert, zodat het model van de wereld verandert, zodat dit model wordt verrijkt en ervaringen ‘anders’ kunnen worden ervaren.
META-MODEL | ||
WEGLATINGEN (informatie die wordt weggelaten verzamelen) | VERVORMINGEN (overtredingen van de semantische vormvoorwaarden) | GENERALISATIES (beperkingen van het model van de spreker) |
Eenvoudige weglating Onvolledige of ontbrekende informatie. (bijv. ‘Ik heb gesport.’) | Nominalisatie Proces wordt een ding. Werkwoorden worden zelfstandig naamwoorden (bijv. ‘Mijn leven is een puinhoop.’) | Universele generalisaties Generalisatie die uitzonderingen uitsluiten. (bijv. ‘Hij kan nooit normaal doen.’) |
Vergelijkende weglating De standaard waarmee wordt vergeleken ontbreekt. (bijv. ‘Zij sport beter.’) | Oorzaak-gevolg Causaal verband tussen x en y. (bijv. ‘Haar aanwezigheid maakt mij nerveus.’) | Modale operatoren (van noodzakelijkheid of mogelijkheid) Woorden die actie vereisen of keuze elimineren. (bijv. ‘Ik moet het (niet) doen / Ik kan het niet.’) |
Onduidelijke verwijzing Het is niet duidelijk om wie het gaat. (bijv. ‘Zij vinden mij stom.’) | Gedachten lezen Er van uitgaan dat jij weet wat er in de ander omgaat. (bijv. ‘Je denkt vast dat ik stom ben.’) | Vooronderstellingen Een statement die je voor waar aanneemt, is nodig om een zin te begrijpen. (bijv. ‘Mijn man is net zo lui als mijn zoon.’) |
Ongespecificeerde werkwoorden Werkwoorden die weglaten hoe, wanneer en waar iets gebeurt of is gebeurd. (bijv. ‘Hij at pastinaak.’) | Complexe vergelijking Conclusie gebaseerd op een overtuiging dat een uitkomst altijd hetzelfde is, x betekent altijd y. (bijv. ‘Je knippert met je ogen dus je bent bang.’) | |
Verloren maatgever Waardeoordelen of meningen waarbij de bron van de bewering ontbreekt. (bijv. ‘De overheid is onbetrouwbaar.’) |
Het Meta-model verzamelt. Het model herstelt informatie welke verloren is gegaan bij het filteren. Het Meta-model reconstrueert als het ware de dieptestructuur in communicatie. Communicatie wordt hierdoor een stuk effectiever doordat gecommuniceerd wordt over wat de andere precies bedoelt. Ook wordt communicatie efficiënter doordat in minder tijd meer kwaliteit van informatieoverdracht plaats kan vinden.
Eenvoudige weglating
Voorbeeld | Vraag |
Ik weet het. Ik voel me ongemakkelijk. Help me!
| Wat weet je (precies)? Hoe weet je dat je je ongemakkelijk voelt? Hoe voel je je slecht? Waarmee wil je (precies) geholpen worden? |
Hier wordt eenvoudigweg informatie weggelaten. Daarom heet dit patroon: eenvoudige weglating.
Vergelijkende weglating
Voorbeeld | Vraag |
Die tafel is hoger. Zij is beter voor die baan. Dit is nog moeilijker.
| Hoger dan wat? Beter dan wie? Moeilijker dan wat? |
Hier wordt een vergelijking gemaakt waarvan niet gezegd wordt met wie of wat de vergelijking wordt gemaakt. Daarom heet dit patroon: vergelijkende weglating.
Vaag werkwoord
Voorbeeld | Vraag |
Creëer een project. Pas het geleerde gewoon toe. Hij negeert me.
| Hoe doe je dat? Hoe pas ik het (precies) toe? Hoe negeert hij jou (precies)? |
Hier is het erg vaag wat er precies bedoeld wordt. Er worden werkwoorden gebruikt die niet specifiek omschreven zijn en waarbij het ‘hoe’ niet wordt aangegeven. Daarom heet dit patroon: vaag werkwoord.
Onduidelijke verwijzing
Voorbeeld | Vraag |
Zij is fantastisch. Dat is moeilijk! Die tijd komt niet meer terug.
| Wie? Wat is (precies) moeilijk? Welke tijd? |
Hier is het onduidelijk naar wie of wat wordt verwezen. Daarom heet dit patroon: onduidelijke verwijzing.
Nominalisatie
Voorbeeld | Vraag |
Ik wil mijn communicatie verbeteren. Het is tijd voor verandering. Ik heb heel veel allergieën.
| Hoe zou je graag willen communiceren? Wat wil je precies veranderen? Waar ben je allergisch voor? |
Soms gebruiken mensen woorden, die een begrip zijn geworden. Een werkwoord wordt in een zelfstandig naamwoord veranderd. Binnen bedrijven hoor je dat nog wel eens. We moeten letten op communicatie. Terwijl wat er eigenlijk bedoeld wordt, is dat waarschijnlijk een of twee dingen beter kunnen om beter met elkaar te communiceren. Het vaststaande begrip communicatie wordt nu ineens in beweging gezet. Het wordt iets wat je kunt doen in plaats iets van wat is. Communicatie versus communiceren. We maken dus van iets stilstaand een proces. Dit noemen we een nominalisatie.
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld | Vraag |
Van slecht weer word ik depressief. Het nieuws maakt me boos. Haar stem irriteert mij.
| Hoe maakt het weer jou (precies) depressief? Hoe weet je dat? Heb je je ook weleens goed gevoeld terwijl het slecht weer was? Hoe maakt het nieuws je van streek? Hoe zou je je willen voelen als je het nieuws kijkt? Hoe irriteert haar stem jou? Waarom kies je ervoor je te laten irriteren door haar stem? |
X veroorzaakt Y. Bij deze uitspraken worden twee dingen aan elkaar gekoppeld. Er gebeurt iets, gevolgd door iets anders. Er is dus een oorzaak en een gevolg. Daarom heet dit patroon ook zo: oorzaak-gevolg.
Complexe vergelijking
Voorbeeld | Vraag |
Tijd is geld. Ze schreeuwt tegen mij, ze mag mij niet. Je luistert niet, je zit uit het raam te kijken.
| Hoe is tijd gelijk aan geld? Heb je ooit geschreeuwd tegen iemand die je graag mag? Dus schreeuwen betekent dat je iemand niet leuk vindt? Hoe weet je dat ik niet hoor wat jij zegt? Weet je zeker dat ik je niet hoor als ik uit het raam kijk? |
Dit patroon is wat complexer. X=Y. Dit zijn uitspraken waarbij twee statements aan elkaar worden gekoppeld, zodat het één hetzelfde betekent als het andere. Tijd is een massa hallucinatie bedacht door mensen. Geld een betaalmiddel ontstaan vanuit vraag en aanbod. Deze twee laten zich nauwelijks vergelijken. Om dat te doen, moet je erg complex zijn. Het is eigenlijk appels met peren vergelijken. Daarom heet dit patroon: complexe vergelijking.
Gedachten lezen
Voorbeeld | Vraag |
Jij snapt het nu wel. Dit zul je leuk vinden. Ik zie dat jij er zin in hebt.
| Hoe weet jij dat? Hoe weet jij wat ik leuk vind? Hoe zie jij dat? Waaraan zie jij dat? |
Dit patroon hoeven wij jou niet uit te leggen omdat we weten dat jij dit al begrijpt. Ik weet wat jij nu denkt. Je denkt vast hoe ik dat nu kan weten? Dit zijn uitspraken waarbij je er vanuit gaat dat je iemands interne stemming denkt te weten, zonder daar (zintuiglijk) bewijs voor te hebben. Hier worden gedachten gelezen. Daarom heet dit patroon: gedachten lezen.
Verloren maatgever
Voorbeeld | Vraag |
In je neus peuteren is ongezond. Dit is de enige goede manier. Het is verkeerd om alcohol te drinken.
| Volgens wie? Wie zegt dat dit de enige goede manier is? Volgens wie? Vergeleken met welke manier? Wie zegt dat? |
Dit zijn uitspraken waarin een mening als een feit wordt gepresenteerd. In dit patroon ontbreekt de bron voor het statement dat wordt gemaakt. Er wordt een maatstaf gepresenteerd maar volgens wie of wat is verloren gegaan. Daarom heet dit patroon: verloren maatgever.
Universele generalisatie
Voorbeeld | Vraag |
Alles gaat mis. Hij liegt altijd. Ik kan ook nooit iets goed doen.
| Alles? (herhalen) Zelfs ademhalen? (tegenvoorbeeld) Altijd? Heeft hij nog nooit de waarheid gesproken? (uitzondering) Klopt (overdrijven), ik heb je ook nog nooit iets goeds zien doen. Volgens mij doe je het allemaal expres helemaal fout. |
Dit patroon is favoriet bij kinderen en tieners. Als je kinderen hebt, herken je vast wel de kreten: ‘Van alle andere ouders mag dat wel’. Of ‘Iedereen heeft een iPad’. Het zijn uitspraken waarin wordt verondersteld dat er geen uitzonderingen zijn. Dit is zo algemeen. Net als het universum. Daarom heet dit patroon: universele generalisatie.
Modale operatoren
van noodzakelijkheid
Voorbeeld | Vraag |
Ik moet eerst eten. We moeten nu gaan. Ik moet voor haar klaar staan.
| Wat als je dat niet zou doen? Wat gebeurt er als we blijven? Stel dat je niet voor haar klaar staat, wat gaat er dan mis? |
Met deze uitspraken geeft iemand aan wat voor hem/haar noodzakelijk of fatsoenlijk is.
van mogelijkheid
Voorbeeld | Vraag |
Ik kan onmogelijk weigeren. Ik kan niet zeggen wat ik wil. Ik kan niet van baan wisselen.
| Wat gebeurt er als je wel zou weigeren? Wat houd je tegen om te zeggen wat je wil? Stel dat je wel van baan kunt wisselen. Wat doe je dan? |
Met deze uitspraken geeft iemand aan wat voor hem/haar (on)mogelijk is of wat hij/zij wel of niet kan.
Modale operatoren komen in twee smaken: iets moet nodig zijn of iets kan wel/niet mogelijk zijn. Noodzaak en mogelijkheid. Zoals we weten zijn de modaliteiten hetzelfde als het VAKOG-lijstje. Een serie modaliteiten noemen we een strategie, dat weet je. Als we het dus hebben over een modale operator, zou je dus kunnen lezen dat er een modaliteit in operatie is. Er wordt een modaliteit geactiveerd. Het start dus een proces. Het is een kickstarter van een strategie. Zo zijn er woorden, die dus een kickstarter zijn voor het activeren van een serie modaliteiten. Dit noemen we modale operatoren.
Vooronderstellingen
Voorbeeld: Als mijn man wist hoeveel ik leed, zou hij dit niet doen.
Drie vooronderstellingen: | Vraag |
Ik lijd. Mijn man doet iets. Mijn man weet niet dat ik lijd.
| Hoe lijdt jij (precies)? Hoe weet je dat je lijdt? Hoe is zijn reactie? Wat doet hij (precies)? Hoe weet je dat hij het niet weet? |
Voorbeeld: Als je nou eens begreep hoe belangrijk school is, zou je harder studeren.
Drie vooronderstellingen: | Vraag |
School is belangrijk. Je begrijpt iets niet. Je studeert niet hard.
| Wat zorgt ervoor dat jij aanneemt dat ik het belang van school niet weet? Hoe kom je erbij dat ik dat niet begrijp? Wat maakt dat je denkt dat ik niet hard studeer? |
Een vooronderstelling verwijst naar een aanname, die als vanzelfsprekend wordt beschouwd. De manier om te bepalen wat een vooronderstelling is en wat niet, is het uitkleden van de zin en onderzoeken wat dan nog steeds waar is. In de zin: ‘Lisa heeft pizza gegeten’ wordt voorondersteld dat Lisa en de pizza bestaan. Stel dat de zin zou zijn: ‘Lisa heeft de pizza niet gegeten’ dan staat niet ter discussie dat Lisa en de pizza nog steeds bestaan. Bij de uitspraken ‘Ik wil het opnieuw doen’ en ‘Ik wil het niet opnieuw doen’ blijft de vooronderstelling, dat diegene het al eerder heeft gedaan, overeind. De reactie die je kunt geven is dan bijvoorbeeld: ‘Heb je het al eens eerder gedaan?’. Vooronderstellingen zijn de meest krachtige taalpatronen wanneer ze worden ingezet als je niet wilt, dat aan wat wordt voorondersteld, wordt getwijfeld.
waarin wordt verondersteld dat er geen uitzonderingen zijn. Dit is zo algemeen. Net als het universum. Daarom heet dit patroon: universele generalisatie.
Het Meta-model brengt beperkingen en keuzes in kaart. Door inzicht te geven in jouw taalgebruik én dus de interne representaties van jouw model van de wereld, kun jij andere keuzes maken over de beperkingen die je ervaart. We noemen het Meta-model dan ook transformationele grammatica.
Het Meta-model verduidelijkt de betekenis die iemand aan iets geeft. Het geeft een systematisch raamwerk om kwalitatief doelmatige vragen te stellen op de momenten dat je iemand niet begrijpt.
NLP helpt je om betere resultaten te bereiken bij jezelf en anderen, of het nu om je partner, klant, dochter, collega of leidinggevende gaat. NLP leer je op bewust en onbewust niveau. Daarom oefenen we veel in onze opleidingen, gewoon omdat je een vaardigheid beter leert als je die veel oefent.
Samengevat kunnen we zeggen dat NLP je helpt om te ontdekken waar je naartoe wil, wat je tot nu toe tegenhoudt en hoe je die hindernissen doorbreekt, welke hulpbronnen je nodig hebt en hoe je die kunt activeren zodat je nu een verandering kunt doormaken die je mee kunt nemen in de toekomst.
Wil je meer informatie, persoonlijk kennismaken met ons of ben je nog niet volledig overtuigd van het nut van NLP? Plan dan een gratis en vrijblijvend online informatiemoment in via deze pagina. We geven we je graag antwoord op al je vragen over onze opleidingen en over ons. De informatieavond is momenteel online en start om 19:30 uur.
20+ reviews over CapitalHEROES
Reviews op TrustpilotVerrijking training NLP Practitioner
In juli de NLP Practitioner afgerond bij CapitalHEROES. Zorgvuldig uitgezocht en achteraf was/is het een perfecte keuze geweest. Het is een trainingsinstituut waar de trainers zich perfect aanvullen. Ze gaan op een gedreven en zeker professionele manier te werk maar ook met de nodige humor. Het was een mooie reis met mezelf die ik zeker voortzet in de Master en Coach – de opleiding is absoluut aan te raden – eigenlijk gewoon een “must” voor iedereen. Groetjes Arien
Arien Peeters - Lees alle ervaringen